menu

Het onvrije onderwijs, recensie

De verborgen ontwikkelingslijnen in het internationale onderwijs – een bespreking van het boek van Philip Bakker

Harrie Salman

Vorming van volgzame burgers
In de afgelopen jaren heeft Philip Bakker talloze internationale studies over het onderwijs en onderwijsvernieuwing bestudeerd. In zijn baanbrekende boek In school we trust (2023) maakt hij de onbekende internationale context van de Nederlandse onderwijspolitiek zichtbaar. In tegenstelling tot wat doorgaans wordt gedacht gaat het in het onderwijs sinds de 19e eeuw niet om de ontplooiing van de begaafdheden en talenten van kinderen en jonge mensen, maar vooral om de vorming van gehoorzame burgers en geschikte arbeidskrachten voor de moderne economie.

Het idee dat het onderwijs volgzame burgers moet voortbrengen gaat volgens Bakker terug op de herinrichting van het Pruisische onderwijssysteem en de opleidingen van leerkrachten. De inspiratie hiertoe werd gegeven door de Duitse filosoof Fichte na de Pruisische nederlaag tegen Napoleon in 1806. In het nieuwe Pruisische systeem moest het onderwijs kinderen losmaken uit de ouderlijke omgeving en hen onderwerpen aan discipline, zodat de staat kon bouwen op goed geïndoctrineerde burgers. Zij moesten het staatsbelang dienen. Dit Pruisische systeem is in verschillende varianten overgenomen in West-Europese landen, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Het bepaalt sinds 1878 ook in Nederland de onderwijspolitiek.

Nederlandse onderwijsontwikkeling
Philip Bakker beschrijft de Nederlandse projecten van onderwijsvernieuwing in samenhang met de transformaties van het Pruisische onderwijsconcept die in de 19e en 20e eeuw op internationaal niveau tot stand zijn gekomen. Hij vat het kader van de Nederlandse onderwijsontwikkeling in een vijftal punten samen:

1. Het Nederlandse Ministerie van Onderwijs geeft een onvolledig beeld van de internationale ontwikkelingen van de afgelopen twee eeuwen. De onderwijsontwikkeling in Nederland kan echter niet los van de internationale discussie worden gezien. Leerkrachten en ouders weten dit niet.

2. De recente introductie van het onderwijsdoel “burgerschapsvorming” kwam niet voort uit een democratisch proces. Dit past bij de nieuwe bestuurspraktijk van het New Public Management, die sinds de jaren ’90 het overheidsbeleid is gaan bepalen en de democratische rechtsstaat ondermijnt. De overheid is een manager van sociale processen geworden, stelt de samenleving voor voldongen feiten. Zij onttrekt zich daarmee aan democratische controle en wetgeving door het parlement.

3. De burgerschapsvorming heeft aspecten van gedragsbeïnvloeding die door technieken uit de sociale psychologie wordt ondersteund. Aan kinderen worden door de overheid bepaalde waarden bijgebracht. Hun vermogen om later als zelfstandige individuen in de samenleving te staan wordt onvoldoende ontwikkeld.

4. De overheid propageert een collectivistische maatschappij, waarin het individu zich onderwerpt aan haar technocratische systeem en aan de belangen van het bedrijfsleven.

5. Het onderwijsbeleid wordt in steeds sterkere mate bepaald door internationale organisaties, zoals UNESCO en het daarmee verbonden IBE (International Bureau of Education, opgericht in 1925), het Wereld Economisch Forum, denktanks, filantropische stichtingen en NGO’s. Een belangrijke rol speelt de General Education Board, die in 1902 door J.D. Rockefeller werd opgericht als een laboratorium voor innovatie in het onderwijs. Op een vergelijkbare wijze heeft de Rockefeller Foundation een eeuw geleden de ontwikkeling van de moderne materialistische geneeskunde voorbereid en gefinancierd.

Bewuste maatschappijverandering

In de hoofdstukken van het boek wordt beschreven hoe de democratie afsterft en de overheid onderwijsvernieuwing gebruikt om de maatschappij op een bewuste wijze te veranderen. Dit is een wereldwijde ontwikkeling die wordt aangestuurd door internationale instellingen. Zo ontstaat een samenleving waarin het individu ondergeschikt wordt aan het collectief. Deze omslag naar een collectivistische, totalitaire samenleving waarin het bestuur wordt uitgeoefend door technocraten, experts die de samenleving zonder democratische controle managen, is aan het begin van de jaren ’30 van de vorige eeuw in een versnelling gekomen. We zien dit aan de gelijktijdige opkomst van het fascisme en nationaal-socialisme in Europa, de economie van de 5-jaren plannen in Stalins Sovjetunie en in de opkomst van een technocratisch bestuur in de Verenigde Staten. Philip Bakker beschrijft dat in 1934 in het Amerikaanse onderwijs een omslag naar het collectivistische denken plaatsvond die van grote invloed was op de ontwikkeling van het onderwijs in dat land en in Europa.

Bakker spreekt van een “globale educatie-industrie” waarin de nieuwe visies op de economische rol van het onderwijs in de praktijk worden omgezet. Economische belangen nemen daarin de plaats in van de culturele en spirituele betekenis van het onderwijs. “Investeren in je zelf” voor een goede uitgangspositie op de banenmarkt komt in plaats van de brede vorming van de mens tot vrij en creatief individu. De overheid bestuurt de samenleving, inclusief het onderwijsveld, vanuit de bestuursfilosofie van het New Public Management, en introduceert veranderingen in het onderwijs zonder dat de direct betrokkenen (ouders en leerkrachten) worden geraadpleegd. Zij worden onmondig gemaakt. Bovendien worden sociaal-psychologische technieken van beïnvloeding steeds verfijnder en doeltreffender, zodat de kinderen (en op andere terreinen de meeste burgers) geen weerstand kunnen bieden aan de manipulatie van het bewustzijn door overheid en bedrijfsleven.

Soortgelijke ontwikkelingen doen zich overigens ook voor in de globale farmaceutische industrie, de globale voedselindustrie en de globale media-industrie, de globale wapenindustrie, enz. Behalve het recht op goed onderwijs worden ook onze rechten op verantwoorde geneesmiddelen, gezond voedsel, betrouwbare informatie, een leven in vrede aangetast door de machtige elites van onze wereld die overal geld aan willen verdienen. In zijn perspectief voor de toekomst pleit Philip Bakker ervoor dat we met elkaar in gesprek gaan over het onderwijs, de rechtsstaat en de democratie. We hebben meer bewustzijn nodig voor wat er in de wereld van het onderwijs gebeurt en voor de bedoeling van ons menszijn, namelijk om “innerlijk te groeien als mens”.

Het toegankelijke en mooi vormgegeven boek van Philip Bakker bevat een groot aantal bijlagen die de internationale ontwikkelingen documenteren en een heel uitgebreide literatuurlijst.

Onderwijs uit de greep van de overheid

De ontwikkelingen die door hem zijn beschreven, maken duidelijk waarom het voor Rudolf Steiner een eeuw geleden zo belangrijk was het onderwijs uit de greep van de overheid te bevrijden. Volgens Steiner moet het onderwijs als vitaal onderdeel van de cultuur de ontwikkeling van de mens tot vrijheid dienen. Het mag niet ondergeschikt zijn aan de belangen van de staat of economische elites, maar moet de veelzijdige ontplooiing van het kind ondersteunen. Het onderwijssysteem kan zich dan zelfstandig ontwikkelen en de leerkrachten kunnen dan in het onderwijs hun pedagogische intuïties volgen. In het moderne onderwijs is dit niet mogelijk.

Bakker besteed geen aandacht aan de opkomst van het alternatieve onderwijs, zoals de Vrije scholen en de Montessorischolen, waarin juist van de veelzijdige ontwikkeling van het kind werd uitgegaan. Zij gingen tegen de trends in het internationale onderwijs in. Maar ook deze scholen zijn inmiddels verregaand in het staatssysteem opgenomen en daarmee feitelijk onvrij geworden. Dit heeft geleid tot de groei van het aantal staatsvrije scholen (per 29.10.2023 zijn er 98 particuliere scholen in het primaire onderwijs) en tot initiatieven voor scholen die de vrijheid van pedagogisch handelen binnen de bestaande kaders proberen te vergroten (al gerealiseerd in de Auryn school in Zutphen).

Oproep aan de onderwijswereld

Het boek van Philip Bakker is een welluidende oproep aan de onderwijswereld om wakker te worden en de ontwikkeling van het onderwijs onder democratische controle te brengen, zodat we met elkaar het kader voor goed onderwijs kunnen bepalen. Als we ons hiervoor inzetten worden we ons ervan bewust dat er machtige politieke en economische belangengroepen zijn die ook andere terreinen van het sociale leven (geneeskunde, voeding, landbouw, energie, handel, etc.) beheersen. We leven in feite in een samenleving die alleen maar in naam democratisch is en de totalitaire trekken heeft die in het boek De Grote Reset (2020) van Klaus Schwab, de leider van het Wereld Economisch Forum, zijn beschreven.

Een gezonde samenleving heeft een structuur nodig die werkelijk democratisch is en de veelzijdige ontwikkeling van mensen mogelijk maakt, in een samenleving die door henzelf in de politiek wordt ingericht. De studie van Philip Bakker toont de noodzaak daarvan op onderwijsgebied aan. Zonder dat hij hierover spreekt, is zijn boek een pleidooi voor een samenleving waarin cultuur, politiek en economie hun eigen autonomie hebben en respectievelijk worden gereguleerd door de principes van vrijheid, gelijkheid en broederschap.

Philip Bakker, In school we trust – Een blik op de verborgen ontwikkelingslijnen in het internationale onderwijs. Kolisko/Nearchus, Assen 2023.

© De Grondsteen 2024

Grondsteen nieuws

Opleiding procesbegeleider Ontwikkellabs Levensvragen

Vijf deelnemers hebben in februari met succes de opleiding voor procesbegeleider afgerond. Vanuit hun nieuwe professie gaan zij een bijdrage leveren aan de School voor Gemeenschapsvorming en/of in een eigen onderneming aan het werk met het begeleiden van mensen met levensvragen in Ontwikkellabs en van gemeenschapsvorming.

Start volgende opleiding: september 2025. Instapmodule: september 2024 (of een ander Ontwikkellab). Data volgen binnenkort