Column De noodzaak van gemeenschapsvorming op school
De noodzaak van gemeenschapsvorming op school
‘Mama, als je nu vraagt, vond je het leuk? Dan zeg ik ‘nee, alleen maar rondwandelen en de stok dragen.’’ Dit was de uitspraak van een meisje van vijf na de Palmpasenoptocht met haar klas. Ouders, oma’s, hebben die week samen in de klas de stokken versierd en optocht meegelopen. Per email heeft de juf hen uitgebreid verteld over Palmpasen en Pasen. En toch ervaart dit meisje leegte: ze mist een zinvolle samenhang, die betekenis geeft, en vervult. Ze mist de religieuze ervaring, waarvoor het jaarfeest juist bedoeld is!
‘Ik liep helemaal vervuld, vol ontzag, met die stok rond!’ vertelde een oud Vrije Schoolleerling, die ca. 50 jaar geleden 5 jaar was. Wat is er veranderd? Nemen de moderne kinderen meer waar, hebben ze meer nodig? Doen we het feest niet ‘goed’? In mijn ogen kan dit allebei aan de orde zijn, maar gaat het in essentie om iets anders. In deze tijd vraagt de geestelijke verbinding, met het wezenlijke van Palmpasen, in sociaal, tussenmenselijk opzicht, een veel actievere vormgeving en een nieuwe intimiteit.
De bekende verdergaande individualisering, de materialistische denkbeelden in onze cultuur en dus in overheidsbeleid, maar ook in de onbewuste regionen van ons eigen denken, verhinderen in toenemende mate dat we elkaar vinden. Probeer je maar eens voor te stellen hoe het is, als je zou voorstellen in de klas van dit meisje: zullen we het volgende jaarfeest met elkaar in gesprek brengen, dat we ons met elkaar verbinden, én met de geestelijke werkelijkheid van dat feest? En dan zo, dat we elkaar ook echt wat verder leren kennen, en tegelijkertijd het jaarfeest verder gaan leren kennen? Samen knutselen, het kennen van de inhoud van het feest: het is niet genoeg. Nodig is dat we actief de geestelijke samenhang gaan scheppen, die niet meer ‘vanzelf’ of vanuit autoriteit ontstaat. Allerlei vormen van gesprek zijn dan onontbeerlijk. Ieder kan bijvoorbeeld iets heel concreets vertellen over wat hij of zij in zijn eigen leven, in zijn eigen ontwikkeling, als Palmpasen-moment heeft beleefd, of als Pasen (dus opstandingsmoment) tegenkomt. Uit ervaring weet ik dat dit een levend inzicht kan geven in wat Pasen is, dat je daarbij elkaar in een wezenlijk aspect van ieders mens zijn leert kennen, en dat het werkelijk gemeenschapsvormend werkt. Hoewel zo’n gesprek enige deskundige vormgeving vraagt, is het tegelijkertijd heel eenvoudig om te doen. Toch ligt tussen dit wel of niet te doen, vaak een grote , zo niet enorme, drempel, die we alleen met moed en bewustzijn kunnen slechten.
Het is de moed en het bewustzijn waar de moderne kinderen om vragen en die ze vaak zelf ook meenemen. Juist het kind tussen 7 en 14 jaar ontwikkelt zich aan het sociale leven om zich heen: de sociale processen zijn is daadwerkelijk voor-beeld voor het ‘proceslichaam’ van het kind. Het is dus onze verantwoordelijkheid dat sociale leven op een gezonde wijze vorm te geven, juist ook in de dagelijkse samenwerking tussen leerkrachten, ouders, bestuur, directie, inspectie…….. Dan kunnen we niet alleen maar rondwandelen en de stok (onze functie) dragen, maar de moed hebben sociale verbanden van mens tot mens te scheppen, door elkaar daadwerkelijk, tot in de levensloop, te leren kennen, nieuwe sociale technieken te beoefenen (zoals gedragen besluitvorming), en bewustzijn te ontwikkelen over hoe we ons tot elkaar willen verhouden: omwille van het kind.
Ingrid Busink
Mei 2015
© De Grondsteen 2025